Bezienswaardigheden dag 1


Tijdens je eerste dag in Parijs kom je in heel wat belangrijke plaatsen en passeer je heel wat bezienswaardigheden. We starten in de omgeving van het Louvre en wandelen daarna naar de Champs-Elysées. ’s Avonds wandelen we langs de Tour Eiffel naar de Bateaux Mouches.


Le Jardin des Tuileries

In de 16e eeuw liet Catharina de Medici het Palais des Tuileries bouwen. Het verbond de twee paviljoenen die nu de uiteinden zijn van de twee uitstekende armen van het Louvre. Het paleis brandde in 1871 af.

Maar tussen het Louvre en de place de la Concorde strekt zich nog steeds le Jardin des Tuileries uit. De naam heeft te maken met het feit dat men er voor de 16de eeuw klei uit de grond haalde om er dakpannen mee te maken. Oorspronkelijk was de tuin Italiaans van snit. Onder Lodewijk XIV maakte le Nôtre er een Franse tuin van.

Tegen 1995 wou voormalig president Mitterrand de Tuilerieën opnieuw aanleggen. Door de verbouwingswerken aan le Grand Louvre werd het deel in de buurt van le Carrousel grondig overhoop gehaald. Met als gevolg dat dit dus ook zeker hersteld moest worden. En daarvoor werd een Belgisch tuinarchitect aangesproken: Jacques Wirtz.


La place de la Concorde

Lodewijk XV liet architect Gabriel de place Louis XV destijds aanleggen aan de rand van de stad. In het midden stond een ruiterstandbeeld van de koning. In 1792 verdween het beeld en werd het plein place de la Révolution. Een jaar later installeerde men er de guillotine. In twee jaar tijd rolden er 1343 koppen; die van de koning op kop… Ook de koningin Marie-Antoinette, Madame du Barry, Danton en Robespierre verloren er het hoofd bij. Na deze gruwelijkheden werd het plein place de la Concorde genoemd – what’s in a name… De afwerking kwam er pas ten tijde van de burgerkoning Louis-Philippe in de 1ste helft van de 19e eeuw.

Het plein is achthoekig en heeft een oppervlakte van 84.000m². Tussen de twee fonteinen staat een bijna 33 eeuwen oude obelisk uit de tempelruïnes van Luxor in Egypte. Zij werd in 1829 door de vice-koning van Egypte, Mehemet Ali, aan Karel X geschonken, maar bereikte Parijs slechts in 1833, tijdens het bewind van de reeds genoemde Louis-Philippe.

De obelisk is bedekt met hiërogliefen die ons duidelijk willen maken wat farao Ramses II in 1300 v. Chr. voor zijn volk heeft gedaan. Op de sokkel zijn werktuigen afgebeeld die men heeft gebruikt voor het transport en de oprichting van deze monoliet, die 23m hoog is en 220 ton weegt.

In 2001 heeft men de steen eindelijk “Egyptisch” gemaakt: de gouden punt symboliseerde reeds in Egypte dat een obelisk een steen geworden zonnestraal (i.v.m. de zonnecultus) is.

Verder zijn op dit plein nog te bewonderen: twee beelden van Coysevox: “Fama” en “Mercurius”, beide gezeten op een gevleugeld paard, en de allegorische voorstelling van acht Franse steden: Rijsel, Straatsburg, Lyon, Marseille, Bordeaux, Nantes, Brest en Rouen. Ligging: Vanuit de place de la Concorde heb je zicht op een heel aantal belangrijke monumenten en gebouwen; zoals de Arc de Triomphe, die ten westen van het plein zichtbaar is; de Madeleine in het noorden; de Tuileries langs de oostkant en het Palais Bourbon aan de zuidkant


La Madeleine

De Griekse tempel net ten noorden van de place de la Concorde staat bekend als ‘la Madeleine’ of de ‘Église de Ste Marie-Madeleine’. Het werd oorspronkelijk gebouwd als een tempel ter ere van het leger van Napoleon maar werd later gebruikt als kerk.

Oorspronkelijke ontwerpen Toen de werken aan de kerk in 1764 van start gingen, was het de bedoeling dat het gebouw, waarvan de plannen door architect Pierre Constant d’Ivry getekend waren, er gelijkaardig zou uitzien als de kerk in Les Invalides

Toen Ivry in 1777 stierf werden zijn ontwerpen – die in het Carnavalet Museum te zien zijn – door zijn opvolger, Guillome-Martin Couture, terzijde geschoven en het nog onvoltooide gebouw werd terug afgebroken. Couture besloot om de kerk van nul terug op te bouwen, ditmaal volgens een ontwerp gebaseerd op dat van het Panthéon.

Een tempel wordt een kerk

De werken aan de kerk werden ten tijde van de Franse Revolutie tijdelijk stopgezet tot Napoleon in 1806 besloot om een tempel te bouwen ter ere van zijn leger. Hij benoemde Pierre-Alexandre Vignon die op zijn beurt het half afgewerkte gebouw met de grond gelijk maakte. Hierna begon Vignon aan de bouw van de tempel. Het ontwerp was gebaseerd op het ‘vierkante huis’.

Schaalmodel van een ontwerp van d’Ivrydoor de Romeinen in de Franse stad Nîmes.

Toen besloten werd om de Arc de Triomphe te bouwen ter ere van het leger van Napoleon, moest er voor de nieuwe tempel een ander doel gevonden worden. Enkele van de voorstellen waren het gebruik van de tempel als parlementsgebouw, als bank of zelfs als een treinstation. Uiteindelijk werd het gebouw in 1842 als kerk ingewijd, een functie die het vandaag nog uitoefent.

Ontwerp

Niet minder dan 52 Korinthische zuilen flankeren het gebouw. Elk van de zuilen heeft een hoogte van 20 meter. Langs de voorzijde werd er een grote fries geplaatst bovenop de zuilen. Op de grote bronzen deuren zijn bas-reliëfs aangebracht die tien geboden uitbeelden.

De façade van de tempel biedt een perfect architecturaal tegengewicht ten opzichte van de façade van het Palais Bourbon, dat recht tegenover de Madeleine staat aan de andere kant van de rivier.

Interieur

Achter het altaar bevindt zich een groot standbeeld dat de hemelvaart van Maria Magdalena voorstelt. Het standbeeld werd in 1837 door Charles Marochetti, een Franse beeldhouwer van Italiaanse afkomst, gemaakt. De kerk bezit ook een orgel, gebouwd door Cavaillé-Coll in 1846. Het orgel wordt nog steeds gebruikt tijdens concerten.